Doorgaan naar inhoud

Paul van Ostaijen


Als (jongste) kind van een Nederlandse vader (afkomstig uit Steenbergen) en een Vlaamse moeder, afkomstig uit Rekem, werd Paul Van Ostaijen geboren als Nederlander. Pas op zijn tweeëntwintigste verkreeg hij ook de Belgische nationaliteit.

Reeds op de middelbare school in Antwerpen stond Van Ostaijen bekend als een enfant terrible. Na eerder van het Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwecollege te zijn gestuurd wegens het bezitten en verspreiden van 'verboden literatuur' ging hij naar het Koninklijk Atheneum. Daar sloot hij zich aan bij de 'Vlaamsche Bond', een groepering van Vlaamsgezinde Atheneumleerlingen. In juli 1913 werd hij ook daar van school ge­stuurd waarna hij een paar maanden later aan de slag ging als klerk op het stadhuis van Antwerpen.

De familie Van Ostaijen vestigde zich in maart 1913 op een landhuis aan de Lintsesteenweg 95 in het toen nog erg landelijke Hove. Vader Van Ostaijen had zijn goed renderende bedrijvigheid van loodgieter stopgezet en profiteerde er van het leven. Paul raakte in deze periode bevriend met Paul Joostens, Floris en Oscar Jespers en met de componist Jef Van Hoof die toen in het naburige Edegem woonde. Vanaf 1916 zouden zij samen het artistieke genootschap 'Bond Zonder Verzegeld Papier' vormen, met hun eigen uitgeverij 'Het Sienjaal'. In het landhuis schrijft Paul zijn eerste gedichten die later worden opgenomen in zijn eerste dichtbundel zoals “Avondlast”, “Ik heb mijn venster” en “Stemming”. Waarschijnlijk schreef hij in Hove ook het overbekende kinderversje “Marc groet ’s morgens de dingen”.

Op 4 augustus 1914 begon de Eerste Wereldoorlog en op 28 september is er de Duitse aanval op de vestingstad Antwerpen. Op 4 oktober behoorden Paul en zijn oudere broer Constant tot de laatste groep burgers die van Hove naar Antwerpen vluchtten. Na nog een kort verblijf bij een oom in Steenbergen keerde het gezin Van Ostaijen eind oktober 1914 terug naar Antwerpen. Van dan af begon Van Ostaijen het bruisende Antwerpse nachtleven te verkennen waar hij al gauw een bekendheid werd onder kunstenaars, intellectuelen en bohémiens. Maurice Gilliams beschrijft hem als 'de dandy, de lord in het machtig grauwe Antwerpen'. Volgens zijn vriend Gaston Burssens kleedde Paul zich na het zien van een Engelse film zodanig, dat hij enige tijd ook wel 'Meneer 1830' werd genoemd.

Van Ostaijen was een links-progressieve flamingant die tijdens de Eerste Wereldoorlog ook anoniem schreef voor de activistische 'Vlaamsche Courant'. Hij werd daarvoor op 17 november 1920 veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden en een geldboete van vijfhonderd frank. In januari 1918 was hij al eens veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en een geldboete wegens smaad aan kardinaal Mercier. Tijdens een betoging had Van Ostaijen samen met vijf anderen de franskiljonse kardinaal Mercier uitgefloten toen die in Antwerpen deel nam aan een grote processie. Door toedoen van het Duitse bestuur hoefde hij echter niet de cel in.

Bron: Wikipedia

Algemene informatie


Boeken van Paul van Ostaijen

Vorige